Als niet als ……

Wat als?

Wat als wij mensen niet geleerd zouden hebben om elkaar te haten, maar wij slechts liefde bijgebracht zouden hebben gekregen?

Wat als wereldleiders elkaar wederzijds een fatsoenlijke vergoeding zouden geven voor de geleverde grondstoffen, zodat welvaart een globale waarde zou hebben?

Wat als mensen geen kleur zouden zien, maar slechts andere mensen?

Wat als de woorden van de Belgische wijsgeer Urbain Joseph Servranckx op waarheid berusten: hij beweerde dat de tien geboden eigenlijk bedoeld waren als de tien suggesties (god zei immers: kijk maar wat je ermee doet, maar neem het vooral niet te serieus).

Steeds vaker droom ik weg in mijn hoofd bij de woorden van John Lennon’s “Imagine” en hoop dat zijn epistel ooit bewaarheid wordt. In mijn beleving leven we namelijk in een wereld, die we met zijn allen in gestaag tempo om zeep zijn aan het helpen, waarbij het gros onder de mensen niet verder kijkt dan de eigen voordeur. Waar ik poog steeds meer respect op te brengen voor anderen, zie ik de wereld een tegengestelde beweging maken: verharding, met een focus op bezit.

Is het eigenlijk voor te stellen: een wereld zonder landsgrenzen, zonder religie, zonder bezit, dús een wereld die gericht is op gelijkheid. Ik zie het voor me als ik mijn ogen sluit, maar ik realiseer me terdege dat juist landsgrenzen en het beschermen hiervan, of religie en de verkondiging van het gelijk van de onzichtbare man in de lucht en/of het bezitten van zo veel mogelijk spulletjes de wereld volledig naar de verdoemenis helpt. Ooit schreef ik “heb je geld? Mooi geef er iets van weg”, maar slechts een enkeling heeft deze frase begrepen en op waarde weten te schatten.

In het verleden brachten mijn verloofde en ik spulletjes naar een noodopvang voor vluchtelingen. De meeste mensen die we hier deelgenoot van hebben gemaakt, haalden hun schouders op en zag je letterlijk denken “die zijn gek! Spullen geven aan dat tuig”. Dat tuig bestaat echter uit (veelal) nette mensen, die keurig dankjewel zeggen, omdat je hen respecteert en iets van jezelf met hen deelt, omdat je ze een betere toekomst gunt. En ja, het zijn net mensen, want net als tussen onze “schatjes” zullen hier ongetwijfeld ook enkele “pareltjes” tussen zitten, die niet het beste voor hebben met de wereld om zich heen. Niet meer dan een constatering: klaar.

Langzaam maar zeker kom ik tot de conclusie dat ik de wereld niet beter kan maken, maar dat ik slechts een speldenprik kan uitdelen aan hen die bereid zijn te luisteren. Welnu, deze speldenprik blijft onuitgedeeld, want zij die bereid zijn te luisteren, weten reeds dat wie goed doet ……………

Eenieder die mijn respect verdient, zal het van mij krijgen,

NostraDennis

 

 

Als niet als ……

Hoogbeschaafd

Sorry zeggen, je ongelijk toegeven, spijt betuigen, woorden terugnemen; iedereen, die iets van elementaire fatsoensnormen heeft meegekregen, heeft voornoemde wel eens gedaan. Uiteraard geldt dit ook voor de schrijver van dit stuk, maar mocht u er anders over denken, welnu, bij deze alsnog: beter laat dan nooit.

Het lijkt zo simpel om gewoon “sorry” te zeggen, doch de wereld in ogenschouw nemend, lijkt onze “beschaving” ons parten te spelen. Sommige mensen slaan de plank finaal mis en lijken geen enkel besef te hebben, van de impact die hun woorden en/of daden hebben op hun omgeving. Zelfs indien zij door anderen gewezen worden op het gevolg van hun acties kijken zij stoïcijns de andere kant op en nemen zij zich geen enkele moeite enige beschaving in acht te nemen.

Indien iemand een talent heeft dan noemen we dit ook wel begaafd. Hoogbegaafdheid daarentegen is slechts gericht op een hoge mate van intelligentie. Messi en Ronaldo zijn dus niet hoogbegaafd, terwijl Einstein juist wel weer hoogbegaafd was, omdat zijn talent zijn intelligentie betrof en het talent van Messi en Ronaldo gericht is op een uitzonderlijk voetbaltalent. Een vreemd gebruik van woorden en hun vervoegingen, vandaar dat ik begrijp dat hoogbeschaafd (nog) niet in de Dikke van Dale is opgenomen, omdat deze door begaafde mensen is geschreven en niet door een hoogbegaafde: geloof me, ik weet het, want ik heb het woord zelf verzonnen, waarvoor een bepaalde begaafdheid nodig is.

Nu schijnt het zo te zijn dat, indien iemand een woord “verzint”, deze de betekenis krijgt, die de eerste gebruiker eraan toe kent. Dus meneer van Dale, vrienden van Wikipedia, maar vooral hoge omes en tantes van de Nederlandsche Taalunie, let goed op, want als eerste gebruiker van het woord hoogbeschaafd, wil ik de volgende definitie eraan toe kennen: Hoogbeschaafd: uitzonderlijk goede manieren gebaseerd op eigen initiatief.

Nu ben ik de eerste om te erkennen dat hoogbeschaafdheid moeilijk te herkennen is, omdat bescheidenheid er in opgesloten is, ergo zij die het bezitten lopen hier niet mee te koop, aangezien dit niet beschaafd is, maar eerder een bepaalde mate van arrogantie zou vertegenwoordigen. Om toch enige uitleg te geven aan het nieuwe woord in de Nederlandsche taal, volgen hieronder enkele voorbeelden van hoogbeschaafd gedrag:

Stel je ziet een zwerver verkleumen van de kou. Een beschaafd mens kan ervoor kiezen om de zwerver een jas en iets te eten aan te bieden, maar een hoogbeschaafd mens, neemt de zwerver mee naar huis, richt het tuinhuis voor hem of haar in en deelt zijn of haar “rijkdom” met de hulpbehoevende in kwestie. Een miljardair die een eiland wil kopen om daar vluchtelingen een nieuw bestaan te gunnen heeft de term hoogbeschaafd begrepen en is boven de norm van de rest van de beschaafdheid uitgestegen omdat hij overduidelijk wel bereid is zijn rijkdom op de juiste manier aan te wenden.

Net als begaafdheid kent beschaafdheid voor velen de beperking van de eigen mogelijkheden en capaciteiten, dus het is zelfs niet mogelijk dat wij ons allen gaan gedragen als hoogbeschaafden, doch enige beschaafdheid lijkt mij meer dan wenselijk, dus indien je ooit een hoogbeschaafde ontmoet, lach hem of haar niet uit vanwege zijn wellicht vreemde actie, maar leer ervan en zoek je eigen positieve grens op qua beschaafdheid.

Met respect,

NostraDennis

Hoogbeschaafd

De kerst-Heiden

Hoera, het is weer december. Voor mij als moderne Heiden (lees atheïst) de vrolijkste maand van het jaar. Kostelijk amusant vind ik het namelijk om alle vreemde tradities, die deze maand met zich mee brengt te aanschouwen en mee te beleven. Vanaf de komst van Sinterklaas en zijn belasting ontduikende metgezellen (of dacht u dat de term zwart een andere herkomst heeft), via de kerstboom, naar de eindknal van het jaar: ik geniet van elke dag en ben voor elke traditie in, behalve het bezoeken van een kerk (of elke andere gebedstempel) uiteraard.

De maand december, zoals wij deze als land invulling geven, kenmerkt namelijk een aantal historische en/of hysterische fouten.

Over Sinterklaas weiger ik uit te wijden, aangezien deze traditie op wereldlijk niveau niet eens erkend wordt, wat ik zeer begrijpelijk vind, gezien het dubieuze karakter van de “grote kindervriend”. Want zeg nu eerlijk: die lange baard, het koddige capeje, de protserige tegelring: de man lijkt wel een hipster! Hoe kan deze trend nu traditioneel zijn?

Wat wel een interessant onderwerp is, is de kerstman, zijn vliegende rendieren én natuurlijk zijn kabouters (of waren het tientjes, elfjes of twaalfjes?), met in hun kielzog de “traditionele” kerstboom.

Zoals iedereen onderhand natuurlijk wel weet is de kerstboom een Heidens gebruik én heeft deze niets, maar dan ook écht helemaal niets, met het Christelijke geloof van doen. Tijdens de oud Germaanse Midwinterfeesten versierden de Heidenen hun boompjes namelijk met kaarsen en glimmertjes, om op deze wijze de langere dagen (het licht) te verwelkomen. U kent dat wel: boompje, kaarsje, biertje, nootje, feestje. Christenen, die hun geloof wilden verspreiden, waren slim genoeg om dit gebruik niet de kop in te drukken, maar om de heidenen hun lol te gunnen. Ze vonden het zelfs zo leuk, dat ze het Heidense gebruik simpelweg gejat hebben en zodoende, tot op de dag van vandaag, zelf een versierde boom in huis zetten om de dood (of was het wedergeboorte) van je zus te vieren: niet badinerend bedoelt, maar de bijbel is nu eenmaal enkele malen herschreven, dus ik weet niet hoe de vlag er dit jaar bij hangt en wat er dus gevierd c.q. herdacht wordt. Dat Christenen voornoemde historische aanname op de verkeerde dag vieren is slechts een mineure overkomelijkheid: kniesoor die erop let! Nog later in de geschiedenis is er zelfs een verlichte geest geweest, die besloot dat het kribbetje, maar in een stalletje onder de boom geplaatst moest worden (geen idee wat deze mensch dacht, maar er zijn nog steeds mensen die het doen: ik lach echter niet, maar respecteer dit).

Zoals in elk stripverhaal dient ook dit folkloristisch feestje opgeleukt te worden door een held, wat rond de kerstdagen dus de Kerstman is. Batman heeft Robin als sidekick en rijdt rond in een batmobile, maar de kerstman overtreft alle striphelden met verve, want hij heeft niet alleen vliegende rendieren en een vette slee onder zijn kont, neen, hij wordt vergezeld door een heel leger van kabouters, met puntoortjes. Als een ware patser strooit hij te pas en te onpas met cadeautjes, maar hij heeft een makke. De kerstman maakt onderscheidt tussen kindertjes. De kerstman geeft namelijk grote en dure cadeautjes aan rijke kindjes, terwijl hij aan de arme kindertjes niets of slechts een kleinigheidje geeft, terwijl hij dit beter andersom kan doen, want de ouders van de rijke kindertjes kunnen best wel zelf een AppleWatsch of een nieuwe laptop voor hun oogappeltje kopen, terwijl de arme drommels dit nooit bij elkaar gespaard krijgen en worden af geserveerd met een tol of een puzzel. Foei, kerstman, ga je schamen! Mooie held ben jij, zeg!

Tegenwoordig bouw ik overigens met alle plezier de kerstboom op: kwestie van de genummerde takken in de juiste gaatjes prikken en de vrouw des huizes doet de rest. Wordt mij overigens gevraagd om mijn mening inzake het uiterlijk van de kerstboom, dan zijn alle lampjes (hoe dan ook!) goed verdeeld, hangt er geen bal verkeerd en staat alles geweldig. Rustig ademhalen, het ding ligt over drie weken weer in de kelder.

Hoe dan ook: fijne HeidenDagen,

NostraDennis

 

 

 

 

 

 

 

 

De kerst-Heiden

Anti-AZC-Roeptoetergarde

Naast de alom bekende prinsengarde en slagroomgarde is er heden ten dage (met name op social media) een nieuwe garde ontstaan, namelijk de “Anti-AZC-Roeptoetergarde”. Deze “garde” ontleent haar bestaansrecht aan een bijzonder fenomeen, namelijk: onnadenkend naroepen of mee brullen met populisten. U leest het goed: de schrijver van dit stuk is de mening toegedaan, dat iedereen die zich afzet tegen de komst van een AZC, zich schuldig maakt aan een ietwat ondoordachte zienswijze.

Graag leg ik u uit waarom ik deze mening ben toegedaan.

Om tot mijn conclusie te komen is enige zelfkritiek, “een open mind” en bereidheid tot delen nodig. Bezit u dit niet, stop dan ná deze zin met lezen en geloof wat de media u (digitaal) voorschotelen.

De wereld beschouwen is een andere discipline als het trekken van slechte conclusies en deze vertalen in korte, populistische kreten, vandaar dat mijn uitleg misschien ruim van opzet is, maar dit is nodig om van internationale politiek, richting nationale politiek uiteindelijk bij de lokale politiek te eindigen. Internationaal wordt de wereld namelijk geregeerd door machtswellustelingen, die vooral bezig zijn met het verkrijgen van geld, wat weer verkregen wordt door het in bezit hebben of verkrijgen van grondstoffen (olie, mineralen, edelmetalen etc.). Nu zijn er landen in de wereld die dit spel van vraag en aanbod niet helemaal begrijpen en zodoende (politieke) druk uitoefenen op de bezitters van de grondstoffen die zij graag willen bemachtigen. Anders gezegd: krijgen zij het niet tegen de voorwaarden die zij stellen, dan komen ze het met geweld halen. Uiteraard wordt deze boodschap verpakt in een nevelig jasje of onder valse voorwendselen, want de waarheid verkondigen zou te veel toekomstige stemmen kosten. Deze verkapte vorm van doorzichtige propaganda wordt door de “spindokters” marketing genoemd, wat aardig succesvol blijkt, aangezien er voldoende media zijn, die onvoldoende kritisch zijn om voornoemde voorwendselen te doorzien.

Neem daarbij dat nationale politici (die deel uitmaken van de internationale politiek) vaak slechts doorgegroeide lokale politici zijn en het debacle is compleet. Bekijkt u namelijk de lokale politici kritisch dan ontdekt u, dat u, uw dorp of stad laat besturen door visboeren, jeugdzorgwerkers, kernfysici, leraren en verzekeringsagenten, die het zo lekker doen in het verenigingsleven, waardoor ze in verkiezingstijd voldoende stemmen ophalen. Op provinciaal en landelijk niveau worden lokale politici, die het “goed doen”, gescreend op populariteit, waardoor het opstellen van een kieslijst verder een formaliteit is.

Bekijken we de wereldeconomie door de ogen van een specialist, dan moeten we concluderen dat zelfs de beste economen het lastig vinden om de grilligheid van vooraanstaande internationale politici (en dus de economie) te doorgronden; laat staan dat de visboer of schooljuf dit kan. We stemmen er echter op, dus we vertrouwen erop. Nu wil het toeval, dat deze politieke tijgers een situatie gecreëerd hebben, die ze zelf niet meer kunnen overzien, althans, waar het de kernfysicus en de geschiedenisstudent (gesteund door een schooljuf) betreft, die wij ”democratisch” toestaan ons land te mogen besturen. Zij werpen namelijk bommen op een land, met het gevolg dat de onschuldige bevolking op de vlucht slaat, wat vrij logisch is, want deze bommen zijn niet op te vangen of terug te koppen. Voorts voelen ze terecht de morele plicht om deze vluchtelingen op te vangen, waardoor ze kritiek krijgen van mensen met een verborgen agenda. Deze verborgen agenda is leugenachtig, verwerpelijk en bovendien doorzichtig dom, want deze is slechts gericht tegen de religie van de vluchters, onder het voorwendsel dat deze religie kwaadaardig zou zijn. Maar zeg nu eerlijk: als 1,5 miljard mensen deze religie aanhangig zijn en allen kwaadaardig zouden zijn, dan zouden wij, die iets anders of zelfs niets geloven, toch al lang weggevaagd zijn. Of gelooft u echt dat het met geloof te maken heeft? Ik geloof het niet!

Vanuit de grond van mijn hart ben ik de overtuiging toegedaan, dat grenzen slechts moreel zijn en dat wij niet het recht hebben een ander iets te misgunnen (bereidheid tot delen). Dus een AZC: kom maar hier ermee! Ik heb namelijk liever dat mijn belastingcentjes ten goede komen aan mensen in nood, dan in handen van mensen die zo graag een maanlanding willen maken, of mensen die gesubsidieerde TV-programmaatjes in elkaar knutselen, over de kunstcollectie van iemand die regelmatig op TV verschijnt, maar verder weinig aan waarde toevoegt aan de wereld.

Iedereen die mijn respect verdient, zal het dan ook van mij krijgen,

NostraDennis

Anti-AZC-Roeptoetergarde

De wereld draaft door

 

Waar het Rode Kruis, mede middels Serious Request, geld inzamelt voor de toekomst van kinderen en jongeren in oorlogsgebieden, zorgen diverse regeringen ervoor dat deze gebieden verwezenlijkt worden door oorlog te voeren tegen deze, vaak onzichtbare, tegenstander: een vicieuze cirkel. U wordt gevraagd of u geld wenst te doneren voor het betreffende goede doel én aan de andere kant bent u, middels belastingplicht, co-sponsor van voornoemde oorlog(en), die de slachtoffers oplevert. Tegelijkertijd wordt er nog van u gevraagd of u zich uit wenst te spreken over de mensen die vluchten voor dit geweld, zodat uw en mijn visie op de wereld compleet vertroebeld wordt, door deze situatie van oorzaak en gevolg.

De hele wereld is gek geworden, zo blijkt als je de inleiding van dit artikel begrepen hebt. Uiteraard is dit een eenzijdige zienswijze, die slechts vanuit het Westerse perspectief klopt, maar aan de andere kant van het geweld zal men er ongetwijfeld soortgelijk over denken. Wat ik aan de hele situatie niet begrijp is dat het Westen zich niet realiseert dat het (mede)schuldig is aan de ontstane situatie. Westerse wereldleiders hebben helaas de neiging om de Westerse normen en waarden te prevaleren boven elke andere levensstandaard, waarbij men niet geneigd is om rijkdom te delen, maar afdwingt dat iedereen de “vrijheid” dient te genieten die zij een ander hebben opgelegd. De wereld zit tjokvol grondstoffen, die, indien we er een betere ruilwaarde aan zouden geven, voor de gehele mensheid voldoende rijkdom op zou kunnen leveren om zonder honger, zonder ongelijkheid en zonder oorlog te kunnen leven (eventueel in liefde en harmonie, zo u wilt).

De vluchtelingenuitdaging is dus door het Westen zelf gecreëerd en staat volledig los van elke vorm van religie: of bent u van mening dat elke christen een potentieel Ku Klux Klan lid is? Om zelf antwoord op mijn vraag te geven: ik ben deze mening zeker niet toegedaan, waarbij ik ten overvloede graag toevoeg dat niet elke moslim een terrorist is, als deze terroristen zich al moslim mogen noemen! Als ongelovige geloof ik namelijk dat elke god slechts een doel heeft, te weten het verspreiden van liefde. De Westerse wereld draaft echter maar door om u te laten geloven dat ik het aan het verkeerde eind heb, in elk geval waar het moslims betreft. Mijn vluchtelingenstandpunt is vrij simpel, aangezien ik er zelf een zou worden, indien van mij verwacht wordt, dat ik het risico zou moeten lopen om te sterven voor andermans idealen, in een oorlog die niet de mijne is. Aan hen die roepen dat zij verwachten dat jonge mannen terug dienen te vechten voor hun vaderland, terwijl zij vluchten voor de bommen die op hun huizen vallen, heb ik dan ook slechts een vraag: zou je zelf met een schilmesje voor de voordeur gaan zitten wachten, wanneer de bom valt, of zou je maken dat je wegkomt?

Wat ik dus niet begrijp aan de wereld en haar menselijke bevolking is dat men pretendeert het intelligentste wezen te zijn, maar telkens dezelfde fouten maakt. Kruistochten hebben er immers niet voor gezorgd dat de hele wereld katholiek is geworden; terrorisme zal er nooit voor zorgen dat elke Homo Sapiens moslim wordt én Sinterklaas blijkt uiteindelijk ook nooit iemand echt mee genomen te hebben naar Spanje, waar de inquisitie overduidelijk geen enkel nut heeft gediend.

Geweld zal nooit een oplossing zijn, die tot vrede leidt!

Waar wij, “als volgers van onze leiders”, dus voor dienen te waken is dat degene die de uitdaging niet kunnen overzien, tijdig vervangen dienen te worden door hen, die vrede, verdraagzaamheid en liefde propageren.

Met respect voor eenieders mening,

NostraDennis

De wereld draaft door

Wie liefde zaait…………….

Iedereen kent wel het spreekwoord (en de betekenis) dat als volg luidt: wie wind zaait, zal storm oogsten. Aangezien mijn leven tegenwoordig verrijkt wordt door de aanwezigheid van enkele “positiviteitsgoeroe’s”, die ik vrienden mag noemen, wil ik, in tegenstelling tot voornoemd spreekwoord, eens kiezen voor een andere, positievere en dus tegenovergestelde benaderingswijze.

“De stomste boeren hebben de grootste aardappelen” wordt wel eens gezegd, maar tegenwoordig is het vak van boer, geëvolueerd tot de titel agrariër, behalve als de betreffende agrariër op zoek is naar een partner, dan is het weer “boer zoekt vrouw”, want dat bekt nu eenmaal beter dan “agrariër zoekt levenspartner”. Het mooie aan boeren is dat ze, naast enkele zwaar doorontwikkelde technieken, vertrouwen op hun “boerenverstand” welke vaak gebaseerd is op een dermate reële kijk op zaken, dat de gehele mensheid hier veel van kan leren. Mix voornoemd verstand en realiteitszin met een stukje kennis der natuur en je hebt al gauw te maken met een wijs mens en zeker niet met “een stomme boer”.

Zo leerde ik van een “stomme boer” dat je slechts een handjevol zonnebloempitten nodig hebt om duizenden liters zonnebloemolie te verkrijgen, als je maar geduld hebt. Zaai je de pitten namelijk, dan krijg je zonnebloemen, die ook weer pitten opleveren, die je vervolgens weer kunt zaaien………………….. afijn u begrijpt waar ik heen wil.

Als hetgeen we zaaien, datgene is waar we een veelvoud van oogsten, waarom zaaien we dan niet wat goed is voor ons? Een kritische vraag, die ik omwille van de positiviteit van deze tekst niet zal beantwoorden, maar het moge duidelijk zijn, dat indien je een kind haatdragend opvoedt, het kind een afspiegeling van deze haat zal zijn. Verspreid je echter positieve berichten (evt. via social media), dan zal je veelal positieve berichten terug ontvangen. Hetzelfde geldt overigens voor de reguliere media: brengen zij positief nieuws dan zal de ontvanger een beter gevoel overhouden aan de nieuwsvergaring, hoewel een kritische blik op de werkelijkheid dan wellicht onderbelicht wordt.

Tot nu toe is deze tekst vanzelfsprekend, tenminste ik heb er geen onwaarheid in kunnen aantreffen, maar wel roept het één vraag bij me op, namelijk “waar en wanneer is het fout gegaan met de wereld?” Of je nu gelooft in god of in de evolutietheorie, ooit waren er slechts twee mensen op deze aarde, waarvan we allemaal afstammen: alle huidskleuren, alle geloven, alle genders. Deze mensen hebben ooit liefdevol met elkaar samen geleefd, dat kan niet anders, want dan was er geen nageslacht geweest en hadden wij niet bestaan, nietwaar? In plaats van antwoord te geven op de vraag waar het is fout gegaan, kies ik ervoor om in de rest van de tekst uit te gaan van een nieuwe start.

Als liefdevol en respectvol samenleven ooit mogelijk is geweest dan moet het ook toekomstig mogelijk zijn, lijkt me, of is dit een illusie die ik mezelf wijs maak?

In het hier en nu, haat zaaien levert in de toekomst nog meer haat op, dus dit is niet wijs om te doen. Nu liefde zaaien betekent in de toekomst dat er nog meer liefde terugkomt, dus de keuze tussen voornoemde opties is erg voor de hand liggend, althans dat vind ik.

Stel u bent in de bloei van uw leven, máár alleen op deze wereld met slechts één andere persoon (van het andere geslacht en ook in de bloei van zijn/haar leven): zou de mensheid dan uitsterven of gaat u ervoor zorgdragen dat u bouwt aan een nieuw liefhebbend menselijk ras?

Ben lief voor jezelf en de rest van de wereld!

NostraDennis

(Geïnspireerd op de woorden van Post-It Man Erwin Op Den Camp)

Wie liefde zaait…………….

Boerka’s en bivakmutsen

Enkele “helden” vonden het deze week nodig om asielzoekers, in een noodopvang te Woerden, de stuipen op het lijf te jagen door het gebouw waarin deze mensen verblijven, te “bestormen” met vuurwerk en steentjes. Er zullen ongetwijfeld mensen rond lopen in Nederland die denken “eindelijk opstand”, maar ik word van zulke berichten altijd een beetje verdrietig. Nog verdrietiger word ik van de berichtgeving uit Turkije, waar een of andere dwaas zichzelf, en velen met hem, heeft opgeblazen. Een enorme knal te midden van honderden vredige betogers heeft tot gevolg dat honderden families zijn verscheurd door het verlies van een of meerdere familieleden. Nu ben ik onvoldoende op de hoogte van de binnenlandse politiek in Turkije, maar een daad als deze is simpelweg niet te rechtvaardigen.

Beide berichten tonen echter aan hoe triest het gesteld is met de wereld waarin wij pogen onze kinderen op te voeden. Ondanks de tegenstand, die er is tegen de opvang van vluchtelingen (althans de tegenstanders roepen het hardst) antwoord ik zonder na te denken “boerka’s” op de vraag wat mijn voorkeur geniet “boerka’s of bivakmutsen”. Dames, tenminste er wordt beweerd dat zij zich onder de gewaden bevinden, die een boerka dragen, worden door mij niet begrepen en ook niet aangemoedigd om zo’n ding te dragen, maar aan de andere kant, ik heb er ook geen last van. Een boerka is, qua beeld, namelijk niet veel anders als het beeld dat ik heb van nonnen. Vreemde vergelijking? Dacht het niet, want beiden zijn gelovig en dragen gewaden om hun lichaam te bedekken.

Waar de bivakmuts oorspronkelijk bedoeld was om dienst te doen tegen de snijdende koude, wordt deze thans gebruikt door mensen die, om welke reden dan ook, onherkenbaar willen zijn, waarbij de groep, die de muts te slechter trouw draagt oververtegenwoordigd is: zo ook in Woerden. Wat ik me serieus afvraag is hoe zulke lieden tot hun daden komen en wat ze denken te bereiken. Ik stel me in dit geval een groep vrienden c.q. kennissen voor met dezelfde waanideeën, die na het nemen van wat verdovende middelen “filosoferen” over de wijze waarop ze om willen gaan met het vluchtelingendebat. Een van de “filosofen” roept vervolgens “we gaan ze bestormen”, waarop de hele groep “geweldig plan” roept. Om het plan ten uitvoer te brengen benaderen ze de plaatselijke dumpstore om, met kwantumkorting, de betreffende mutsjes aan te schaffen, waarna de restanten vuurwerk uit de kelder gehaald worden om “de bestorming” werkelijkheid te laten worden. Ontnuchteren op het politiebureau krijgt in dit geval een geheel andere betekenis, want dit is letterlijk ontnuchterend.

Aan de andere kant vraag ik me af hoe een vrouw tot het besluit komt een boerka te gaan dragen, uitgaande van de veronderstelling dat zij dit uit vrije wil doet. Zal ze thuis zo veel complimenten krijgen over haar uiterlijk, dat ze uiteindelijk besluit om zichzelf in het openbaar te hullen in een gewaad, zodat slechts het thuis-”front” van haar schoonheid kan genieten, of is ze zo lelijk dat ze het gewaad uit schaamte draagt: we zullen het nooit weten, want in geloof, geloof ik niet. Ook vraag ik me af wat zich onder zo’n boerka afspeelt: lopen deze vrouwen rond in de meest hitsige lingerie, of gaat er juist degelijke kleding onder verscholen. Het blijft een raadsel.

Voorgaande denkwijze rechtvaardigt dus mijn keuze om boerka’s te prefereren boven bivakmutsen, want waar de “in hitsige lingerie gestoken vrouw” de openbare zeden respecteert door het dragen van een boerka, is de met beperkte hersencellen uitgeruste bivakmutsdrager, het aanzien niet waard.

We kunnen wachten op de eerste autochtone bomgordeldwaas, die het hogere doel “een islamloos Nederland” voor zijn kinderen wil realiseren door zichzelf op te blazen te midden van de meer tolerante medelanders. Aangezien ik graag mijn bijdrage lever aan dit “nobele doel” volgt hier een gouden tip: goed oefenen (want je staat voor Jan met de korte achternaam, als het ding niet afgaat). Installeer dus je bomgordel, fiets de heide op, zorg dat niemand je ziet en druk op de knop. Mocht het ding werken en god blijkt wel te bestaan, dan legt hij je wel uit wat er is mis gegaan.

Rustig ademhalen, het is maar humor.

Met respect,

NostraDennis

Boerka’s en bivakmutsen

Achterlijke gladiool

Geschiedenis schrijven is niet zo moeilijk, zo schijnen enkele verlichte geesten te denken: je neemt een geweer, rammelt lukraak enkele medestudenten of achteloze voorbijgangers neer en je staat in de boeken. Dat deze boeken snel vergelen, vergeten worden en zelfs verloren gaan, daar staat geen van deze malloten bij stil. Een scheet in de geschiedenis van het universum, dat is wat wij (en dus ook deze “helden”) zijn. Iedereen die het tegendeel beweert, adviseer ik eens terug kijken in de geschiedenisboeken om te bezien wie nu werkelijk een rol van betekenis heeft gespeeld inzake de toegevoegde waarde aan deze wereld: inderdaad een kort lijstje.

Planeet aarde, om maar eens een andere benaming te kiezen, is in de loop der eeuwen opgesplitst in heerlijk hapklare, begrijpelijke, duidelijk afgekaderde brokken. We hebben werelddelen, daarbinnen weer landen, daarin bevinden zich vaak provincies of districten, waarin vervolgens weer steden of dorpen liggen. Tussen al deze plaatsen lopen lijntjes, die al dan niet, met of zonder toestemming, van de bewoners binnen de betreffende lijntjes, over gegaan mogen worden, door de mensen van buitenaf. Lees de vorige zin vooral nog eens, want de essentie van mijn bedoeling ligt opgesloten in deze simplistische, doch op waarheid berustende, vaststelling.

Kan mij iemand uitleggen, welke achterlijke gladiool dit verzonnen heeft?

Ik heb het namelijk niet verzonnen, maar slechts geconcludeerd. Toch is het van de zotte dat deze wereld volledig opgesplitst is in stukjes, die mensen menen te bezitten, omdat dit ergens op een stukje papier is vastgelegd. Om de waanzin verder te benadrukken wil ik vooral nog toevoegen dat er mensen zijn, die vinden dat ze bepaalde voorkeursrechten zouden genieten, omdat ze op een bepaald plekje geboren zijn, alsof dit een prestatie is. Natuurlijk begrijp ik ook wel dat binnen bepaalde grenzen (doe eens gek en noem het een land) mensen extra hun best hebben gedaan, om het leven zo aangenaam mogelijk te maken, maar waarom sluit dit andere mensen, die buiten deze grenzen geboren zijn, uit van deelname? Ik begrijp dit niet!

Het geluk dat wij bezitten zouden wij voor ons zelf moeten houden! Maar waarom niet delen, als gedeelde vreugde dubbele vreugde is? Mensen die wij gekozen hebben (in sommige gevallen althans) tot tijdelijke bestuurders en woordvoerders van het stukje grond waarop wij wonen, halen in ons belang, andere tijdelijke bestuurders het vel over de oren, zodat wij maximaal kunnen genieten van de “rijkdom”, die deze kluit ons te bieden heeft. Ook op diplomatiek en politiek niveau is er slechts sprake van eerlijk delen, indien het grootste deel onze kant opkomt, zo lijkt het althans.

Op TV zie en hoor ik een man spreken. Hij ziet er een beetje vreemd uit: te bruin om volledig autochtoon te zijn, maar te blond om van buiten de lijntjes, die wij landsgrenzen noemen, afkomstig te zijn. Het is vlees nog vis, een mengelmoesje zo u wilt. Is niet erg denk ik dan, prachtig zelfs, heerlijk dat mensen uit verschillende landen zich vinden, van elkaar gaan houden en een kind krijgen, dat zij in het land van keuze kunnen en mogen opvoeden. Het mannetje begint echter te orakelen op harde, dreigende toon (belletje spuug in de mondhoeken, u kent dat wel): “de grenzen moeten dicht, het land is vol, kortom: de maat is vol”. Terwijl ik de afstandsbediening in mijn hand neem denk ik “welke grenzen moeten dicht? Die van je vaderland of je moeders land? Achterlijke gladiool”.

Respect is soms ver te zoeken, maar iedereen die het verdient, zal het van mij krijgen!

Waarvan akte,

NostraDennis

Achterlijke gladiool

Ties ook!

Twee jaar geleden, op 2 oktober 2013, werd ons gezin plotseling verrijkt met de komst (nee, niet de geboorte) van een zoon, een pleegzoon welteverstaan. Waar ik in de ochtend, studerend in een boek, verrast werd door mijn vriendin met de vraag of ik even tijd had omdat ze iets met me wilde bespreken naar aanleiding van een telefoontje dat ze even daarvoor gevoerd had met iemand van Jeugdzorg, stond ik diezelfde nacht nog een box voor de kleine man in elkaar te schroeven: werkelijk een onwerkelijke situatie.

Waar de één, een kinderwens onvervuld ziet, heeft de ander een idealistische kijk op de wereld en de maatschappij waarvoor hij/zij iets terug wenst te doen. In mijn geval is dit laatste het geval, hoewel de mogelijkheid tot het opvoeden van een kind, mij middels de natuurlijke weg ook nooit gegund is (geen rancune overigens: als god bestaat, was dit een slimme zet, waarvoor dank). Nu was ik op het moment dat Ties in ons leven kwam al stiefvader, maar de betreffende stiefzoon, had zijn vormingsjaren al ver achter zich liggen: hij was ten tijde van de komst van Ties namelijk al 19.

De komst van een klein mannetje in je leven doet iets met je, dat is niet te ontkennen natuurlijk. In mijn geval heeft het me bewust gemaakt van de afhankelijkheid van mensen, maar ook van de zelfstandigheid van mensen. Waar je bij de een geniet van zijn eerste stapjes aan de hand, geniet je bij de ander van zijn eerste stuk in zijn kraag (ondanks dat je hem achter het behang kan plakken omdat dit midden in de nacht is en je er wakker van word). Een vreemde vergelijking wellicht, maar ik heb het zo ervaren, dus het is waar.

De titel van dit blog zou echter nooit bestaan hebben indien Mattheüs niet zo’n moeilijke naam zou zijn, voor een peuter, om uit te spreken. Inderdaad: hij heeft er maar Ties van gemaakt. Te pas en te onpas maakt kleine Ties mijn verloofde en mij duidelijk dat hij iets ook wilt. Wil hij mee, iets hebben, iets doen, of wat dan ook, dan is het “Ties ook”. De twee kleine woordjes hebben mij er echter bewust van gemaakt dat de liefde die ik voor het mannetje voel, een gigantische verantwoordelijkheid met zich mee brengt. Ik ben namelijk een voorbeeld en een papa voor de kleine man!

Deze verantwoordelijkheid stuurt mijn gedachtegang (on)bewust een bepaalde kant op, waarbij de vraag te berde komt “hoe wil ik dat mijn kind opgroeit en in wat voor een wereld?” De wereld is prachtig en verrot tegelijk, als je het mij vraagt, dus ik probeer de prachtige dingen en mensen te belichten en in ere te houden, waarbij ik langzaam afscheid ben aan het nemen van alle negatieve invloeden. Ik heb er namelijk geen trek in om mijn kind te confronteren met mensen, die een ander het licht in de ogen niet gunnen en ik heb er ontzettend veel moeite mee dat deze mensen (vaak zelf vader of moeder) hun kind blootstellen aan de meest verwerpelijke ideeën.

Roepen dat andere rassen achterlijk zijn, of dat deze anders denkenden of mensen van andere afkomst, geloof, geaardheid of sexe minderwaardig zijn, lijkt me nu niet bepaald een goed voorbeeld. Stel je voor dat je op school mag verschijnen omdat je kind een ander kind geschopt of geslagen heeft, omdat het betreffende kind een andere huidskleur heeft. Je moet je als ouder toch doodschamen als de motivering van het kind luidt “volgens papa zijn alle bruinen allemaal moordenaars en verkrachters, die verdienen niet beter”.

Overdrijf ik nu? Misschien, kan best zo zijn, maar het zou ook zo maar werkelijkheid kunnen worden, indien we onze kinderen niet datgene leren wat ethisch en moralistisch juist is. Ik gun mijn kind, nee elk kind op deze wereld, dat hij of zij op mag groeien in een wereld waar respect belangrijker is dan bezit, waar delen gezien wordt als de hoogste macht en waar racisme gezien wordt als de zwakheid van de hebzuchtigen, want wie niet kan delen is ook niet in staat om te vermenigvuldigen.

Met respect,

NostraDennis

Ties ook!

Volksmennertjes

Wees gerust, in deze tekst geen negatief woord over Geert Wilders (integendeel ik breek zelfs een lans voor hem), want dit stukje tekst is gericht op de lokale politiek. Nee, je hoeft zelfs niet bang te zijn dat ik Jo. P (raadslid te Brunssum) zal schofferen of een negatief beeld over hem zal schetsen, aangezien ik de mening ben toegedaan dat dit onnodig is, omdat hij dit wekelijks zelf doet in zijn propagandablaadje waar geen consument wijzer van wordt. Dit stukje tekst gaat over lokale politici, waarvan ik niet begrijp, waarom zij roepen wat ze roepen, of schrijven wat ze schrijven, rekening houdend met het feit dat ik de genoemde personen niet persoonlijk ken. Ik poog dus slechts een beeld te geven over hetgeen ik waargenomen heb.

Zo werd ik gisteren geconfronteerd met een blog van een raadslid in mijn woonplaats, van een partij die zichzelf ziet als progressief en dit ook in de partijnaam heeft vastgelegd. Het artikel benoemt een aantal vooroordelen, die de schrijver afdoet als onzin. Dit gegeven maakt de overige tekst overigens behoorlijk lachwekkend, want de schrijver steekt niet onder stoelen of banken welke vooroordelen hijzelf heeft, door er (misschien onbedoeld) een aantal te benoemen. Nu is dit verder geen punt én zelfs een meesterlijke zet, indien de schrijver dit met opzet gedaan heeft, doch dat de schrijver vervolgens oproept tot verdraagzaamheid, terwijl hij een gekozen volksvertegenwoordiger betitelt als de blonde Adolf en als volksmenner, is voor mij onbegrijpelijk. Nu is Wilders niet de meest fijn bespraakte politicus die ons land kent (integendeel: het is algemeen bekend dat hij naast duidelijke, ook provocerende taal bezigt), maar indien een schrijver dezelfde woordkeuzes toepast als de man die hij bekritiseert, dan is hij zelf geen haar beter in mijn optiek. Ik heb begrepen dat de schrijver, naast raadslid ook leraar is, dus ik hoop dat mijn kind verstoken blijft van ’s mans woordkeuzes, totdat hij voldoende stevig in zijn schoenen staat om deze op juiste waarde te duiden (zie bronvermelding), of liever nog, dat mijn kind geheel verstoken blijft van zijn educatieve kwaliteiten (dit op basis van de overige blogs die ik van hem gelezen heb, waarvan ik de mening zelden deel).

Een ander noemenswaardig media-optreden is afkomstig van een Heerlens raadslid, dat het Maankwartier, dat in deze stad gebouwd wordt, niet helemaal toejuicht. In een hilarisch filmpje, gepresenteerd door Astrid Joosten en begeleidt door een eeuwenoude lachband (je weet wel, zo’n vrolijk haha-geluidje van een cassetebandje), zien we de man zijn mening geven. Om e.e.a. krachtiger te laten overkomen is er zelfs nog een raadslid, die zijn licht laat schijnen over de bouw van dit mega-project, maar deze man komt niet helemaal goed uit de verf. Schijnbaar weten raadsleden tegenwoordig alles af van de drijfveren van bedrijven om zich ergens te vestigen, alsmede over de consumenten die deze bedrijven bezoeken, want de vergelijking die gemaakt wordt in deze is niet alleen hilarisch (dus zeker even op de link klikken en kijken), maar waarschijnlijk zelfs onjuist (denkt in elk geval ondergetekende). Nu ben ik ook geen expert op dit gebied, doch ik hoop van ganser harte dat het Maankwartier een eclatant succes wordt, aangezien dit een enorme boost zou geven aan de Zuid-Limburgse economie, waardoor het gemeenschapsgeld dat eraan besteed is, in de toekomst meer dan zinvol blijkt. Uiteraard is dit pas achteraf meetbaar, dus tot die tijd kunnen wij (en ook de Heerlense raadsleden) slechts hopen dat de experts, die dit project gestalte geven, het aan het rechte eind hebben.

Overigens vind ik het vermeldenswaardig dat ik zeker respect heb voor raadsleden (en dus ook voor hen, waarvan ik bij deze de mening bekritiseer), aangezien zij tegen een nietige onkostenvergoeding, vele uren besteden voor hun gemeente om de eigen idealen gestalte te geven.

Met respect voor eenieders mening,

NostraDennis

Bronnen:

https://dannytrommelen.wordpress.com/2015/09/24/vooroordelen/

https://www.facebook.com/Kanniewaarzijn/videos/963690340370555/

Volksmennertjes